acheat

Hoe werkt een airco?

Wat een airco doet, dat weet iedereen wel. Maar hoe werkt het nu precies en uit welke onderdelen bestaat het aircosysteem?

Eenvoudig gezegd produceert een airco geen koude lucht, maar koelt het systeem de lucht af door de warmte eraan te onttrekken.  Dit principe is in de kern heel simpel en gebaseerd op een natuurkundig verschijnsel. Om vloeistof te verdampen is warmte nodig, deze warmte onttrekt het aircosysteem aan zijn directe omgeving waardoor het afkoelt. In de praktijk geldt dat het voor een aircosysteem in de auto net iets ingewikkelder werkt maar de essentie blijft hetzelfde.

De airco in de auto is een zogenoemd gesloten systeem met een pomp, een condensor, een expansieventiel, een verdamper en ventilator als belangrijkste onderdelen. Met een gesloten systeem wordt in dit geval bedoeld dat het koudemiddel het systeem niet verlaat maar telkens opnieuw gebruikt wordt door het rond te pompen.

De pomp, ook wel compressor genoemd wordt aangedreven door de motor van de auto. De compressor pompt koudemiddel in gasvorm op druk van 2 bar naar +/- 16 bar. Door het toenemen van de druk neemt ook de temperatuur van het koudemiddel (in gasvorm) toe van circa 20°C naar 65°c. Het gasvormige koudemiddel stroomt via leidingen en slangen van de compressor naar de condensor.

De condensor zit aan de voorkant van de auto vlak achter de grille en bumper. Door rijwind (of door de ventilator bij stilstand of filerijden) stroomt er lucht tussen de lamellen van de condensor door. Het gasvormige koudemiddel stroomt door deze lamellen en koelt door de rijwind af tot circa 35°C. het gasvormige koudemiddel wordt hierdoor geleidelijk aan weer vloeibaar. Het nu vloeibare koudemiddel stroomt via leidingen en slangen naar het expansieventiel.

Het expansieventiel laat de druk van 16 bar weer zakken naar 2 bar. Door het verlagen van de druk zakt de temperatuur van het koudemiddel naar circa 0°C. Vlak naast het expansieventiel zit de verdamper.

De verdamper bestaat net als de condensor uit lamellen. Het vloeibare koudemiddel stroomt door de lamellen. De warme buitenlucht wordt door de interieurventilator naar binnen gezogen en stroomt tussen de lamellen van de verdamper door voordat het in het interieur van de auto terecht komt. Doordat het vloeibare koudemiddel zojuist door het expansieventiel in druk en temperatuur is verlaagd, verdampt deze weer in gasvorm. De benodigde warmte voor het verdampen wordt onttrokken aan de buitenlucht die tussen de lamellen door stroomt voordat deze in het interieur terecht komt. Hierdoor daalt de luchttemperatuur voordat deze het interieur van de auto bereikt zodat de passagiers kunnen genieten van een gekoelde auto.

Het gasvormige koudemiddel verlaat de verdamper en heeft weer een temperatuur van circo 20°C bereikt. Vanaf de verdamper stroomt het gasvormige koudemiddel weer naar de compressor en begint het doorlopende proces opnieuw.